Jantje zegt tegen zijn vader: "Jij bent met mama getrouwd, opa is met oma getrouwd en IK moet met een vreemde trouwen!"
Jantje komt bij de informatiebalie van een groot warenhuis. Hij vraagt: “Kan ik hier ook een reis boeken?” “Ja hoor,” zegt de mevrouw achter de balie, “ons reisbureau is op de vierde verdieping. Wilt u met de lift?” “Nee,” zegt Jantje, “ik dacht eerder met het vliegtuig.”
Jantje en Piet zitten samen in een café.
Jantje roept: een rondje van IKKE!
Zegt Piet: Nee, dat moet zijn, een rondje van mij!
Antwoordt Jantje: Ook goed!
Jantje zit in de klas. Zegt de meester: ‘noem eens 5 dieren die je in de dierentuin kunt vinden.’
Jantje: '2 olifanten en 3 tijgers'.
Jantje zegt tegen zijn moeder: “De burgemeester was vandaag op school.” Vraagt moeder: “En, had hij zijn ketting om?” “Nee hoor, hij liep gewoon los.”
Jantje vraagt aan zijn moeder: "Waarom is een trouwjurk wit?"
Moeder antwoordt: "Een witte jurk toont aan dat de bruid nog maagd is."
Jantje bedankt zijn moeder, maar twijfelt nog en wil graag de mening van zijn vader horen en vraagt hem:
"Pa, waarom is een trouwjurk wit?"
De vader kijkt naar Jantje en antwoordt:
"Alle huishoudelijke apparaten zijn toch wit?"
De klas moet rekensommen maken. “Zeven en zeven, wat krijg je dan?” vraagt de juf. Jantje: “Heel fijn zand, juf.”
Ik zat laatst in de trein, komt er een mevrouw langs met een karretje vol eten en drinken. Ze vroeg, wilt u iets drinken? Dus ik vraag: ‘Waar kan ik uit kiezen’,
waarop de mevrouw antwoordt: ‘’uit ja en nee’.
Jantje loopt samen met zijn oma,door de straat!
Jantje vind 5 euro op straat liggen!!
Hij vraagt aan zijn oma of hij die 5 euro mag hebben?
Maar oma zegt:alles war op straat ligt mag je niet pakken,want dat is vies!
Even later valt zijn oma op straat!
Oma vraagt aan Jantje:help me is om overeind te komen?
Maar Jantje zegt nee want alles wat op straat ligt is vies!!
Jantje vraagt aan de leraar: ‘Meneer, kun je ook straf krijgen voor iets dat je niet gedaan hebt?’
‘Natuurlijk niet, jongen’, zegt de leraar. ‘Gelukkig maar’ zegt Jantje. ‘Want ik heb mijn huiswerk niet gemaakt!’.